What doesn’t kill you, makes you stronger.
Die kreet kennen we allemaal wel, toch? Het wil zeggen dat je sterker wordt van tegenslagen, dat je wijzer wordt van de erge dingen die je meemaakt, dat je beter wordt van tegenwind in je leven. Ik snap ook best dat mensen dat zeggen, want als het even niet lekker gaat, als je je rot voelt om welke reden dan ook, dan is het hartstikke fijn om te geloven dat je er uiteindelijk beter uit gaat komen.
Zoals sommigen van jullie inmiddels weten, overleed mijn moeder afgelopen oktober. Het was het ergste wat ik me voor kon stellen, zo erg dat ik van tevoren geen idee had hoe ik verder zou moeten in mijn leven als zij er niet meer zou zijn. Nou ja, we zijn ruim drie maanden verder en ik ben er nog. En ik doe nog dingen.
It didn’t kill me. Maar of ik er sterker van ben geworden, dat ik één van mijn lieve ouders moest verliezen? Daar twijfel ik aan, hoor. Ik ga door, en soms is het leven ook gewoon weer leuk en kan ik weer lachen tot ik buikpijn heb. Maar ik heb echt wel een krasje opgelopen. Of meer een litteken, ik denk dat je het dat wel mag noemen. Ik ben gevallen en ik heb mijn knieën en mijn handen opengehaald en de sporen daarvan blijven zichtbaar.
Is dat erg? Nee. Het is volgens mij logisch dat je een lichte beschadiging overhoudt van de niet leuke of erge dingen die je overkomen. Maar om ook even heel realistisch te zijn: it didn’t make me stronger, either. Anders, misschien. Maar niet sterker.
Hoewel het troostrijk kan zijn te geloven dat je alleen maar sterker wordt van de dingen waar je niet dood van gaat, is het denk ik niet waar. Het is ook niet realistisch om dat te denken. In een eerdere blog, jaren geleden, schreef ik ooit dat het belachelijk is om tegen iemand die net zijn benen is kwijtgeraakt te zeggen dat datgene waar hij niet dood aan gaat hem sterker maakt; je benen kwijt zijn maakt je niet zonder meer sterker. Niet lichamelijk en ook niet geestelijk.
Als op welke manier dan ook de bodem onder je bestaan wordt weggeslagen, kan het best zijn dat je daar lichamelijk of geestelijk (of beide) nooit helemaal overheen komt. Hoeft ook niet. Het is niet pas weer allemaal oké wanneer je boven jezelf uitstijgt nadat je ten val bent gekomen. Waarom vinden we überhaupt dat het pas ‘goed’ gaat met iemand wanneer die tot steeds grotere hoogten stijgt? Is gewoon doen wat je kunt niet voldoende om een goed mens te zijn?
What doens’t kill you, doesn’t kill you. Dat je er niet beter van bent geworden betekent niet dat het geen zin heeft gehad, of dat er nog wat moet gebeuren om het beter te maken. Het verlies van mijn moeder kán simpelweg niet gecompenseerd worden. Accepteren dat dat is wat het is, is misschien wel het enige maar ook het beste wat ik kan doen.
In de film The Dark Knight van Christopher Nolan zegt de Joker in de openingsscène tegen de directeur van de bank die hij aan het beroven is: “I believe whatever doesn’t kill you simply makes you… stranger.” Volgens mij is dat juister dan de originele uitspraak. Nou klinkt “waar je niet dood aan gaat, maakt je gewoon vreemder” wat omineus, dat geef ik toe. Maar niet leuke, onprettige, erge dingen die ieder mens overkomen maken je dan wel niet per definitie sterker, ze veranderen je altijd. Bovendien hoort pijn en verlies bij het leven. Het gaat er niet om dat je daar sterker van wordt, maar dat je de wijsheid vindt om te accepteren wat er is en toch verder te gaan.
(Pic van Heath Ledger als The Joker in The Dark Knight afkomstig van IMDB)