Als je de sprekers op zijn uitvaart moest geloven, was Erwin een regelrechte heilige. De superlatieven schoten tekort in de toespraken van mensen, de uitzinnige complimenten waren niet van de lucht en iedereen had het er onafgebroken over hoe ontzettend belangrijk hij was geweest in ieders leven.
Deze blog had ik onmiddellijk na de uitvaart moeten schrijven, dan had ik me sommige dingen waarschijnlijk nog letterlijk kunnen herinneren. Maar voor het schrijven van een blog over hoe we mijn beste vriend vaarwel hebben gezwaaid op een regenachtige dag aan het begin van april was het nog te vroeg. Voor mij. Ik kreeg niks op papier. Sterker, ik heb het niet eens geprobeerd. En nog sterker, ook deze blog gaat niet over Erwins (overigens prachtige) uitvaart.
Over de doden niets dan goeds, zegt men over het algemeen. En dat merk je ook altijd bij uitvaartplechtigheden. Je zult het zelden horen dat iemand een onuitstaanbaar wicht was, of een ongelofelijk misselijke vent. En dat is prima natuurlijk.
Op Erwins uitvaart deed ik daaraan mee. Hoe kon ik ook anders; hij was mijn beste vriend, we kenden elkaar door en door en we waren geweldig close, zo close dat mensen vaak dachten dat wij een stel waren. Daarover sprak ik op Erwins uitvaart. Het was een lang verhaal en hier en daar kon er ook nog gelachen worden, gelukkig. Daarin verschilde mijn toespraak niet van die van alle andere sprekers. Maar het viel dus wel op dat de meesten Erwin wegzetten als een verheven wezen, verlicht zelfs.
Een maand of twee voor zijn overlijden vertelde Erwin me over een psychologe in het ziekenhuis waar hij een hersenoperatie had gehad om een tumor te laten verwijderen. Ze was aanwezig bij de operatie, mede om zijn toestand te monitoren, maar daarna kwam ze elke dag dat hij nog in het ziekenhuis verbleef bij hem om even te praten, terwijl dat medisch gezien helemaal niet nodig was. Ze vond hem zo bijzonder, zei hij tegen me. Hij gloeide er bijna letterlijk van, zo trots was hij. Een zo geleerde dame, zo elegant en welbespraakt, en ze vond hém bijzonder!
Nou was Erwin ook bijzonder. Getuige dus ook de dingen die iedereen over hem te melden had tijdens zijn uitvaart. Hij was dan ook niet voor niks mijn allerbeste vriend. Maar pas eerder deze week drong goed tot me door waarom iedereen hem zo bijzonder vond.
Het had niets te maken met zijn intelligentie, hoewel die uitzonderlijk was – ik ken niemand die zo slim is, zo makkelijk verbanden legt en zo makkelijk mee kan in de meest complexe discussies en overdenkingen als hij. Het had er ook niet mee te maken dat hij zo aardig was, terwijl, dat was hij wel degelijk. Maar de reden dat iedereen die Erwin kende hem de hemel in prees was dit: hij zorgde er altijd voor dat een ander zich gezien voelde.
Zijn vrienden, zijn familie, bedienend personeel in cafés en restaurants, mensen achter de kassa in de supermarkt, de artsen, psychologen en andere zorgmedewerkers die hij in zijn laatste levensfase tegenkwam, wie dan ook. Erwin bezat de gave iedereen die hij sprak het middelpunt te maken van het universum.
Mijn zus zei dat tegen me, nadat zij samen met mijn zwager voor de laatste keer bij Erwin op bezoek was geweest, maar pas nu, maanden later, dringt het echt goed tot me door: Erwin had een ongelofelijk vermogen ervoor te zorgen dat degene waarmee hij in gesprek was zich de aller- allerbelangrijkste persoon ter wereld voelde. Wanneer iemand met Erwin sprak, dan leek er voor Erwin niets of niemand anders te bestaan dan die persoon.
Erwin toonde altijd oprechte belangstelling. Hij luisterde als je tegen hem sprak en in plaats van daarna zijn eigen ervaringen te willen delen of er tegenin te gaan, vroeg hij vervolgens verder: wat jij belangrijk vond, wat je aantrok in het onderwerp, hoe je er verder over dacht. Wat er zo leuk, spannend of interessant aan was en waarom jij je daar zo over voelde.
In een wereld waarin mensen het vooral over zichzelf willen hebben en we zijn gericht op competitie en individualisme zorgde Erwin ervoor dat iedereen waar hij mee sprak zich bijzonder voelde. En precies dat maakte hem zelf zo bijzonder. Zo bijzonder dat hij als een soort onbedorven, volmaakt mens werd weggezet door de sprekers op zijn uitvaart.
Mijn beste vriend was niet onbedorven en volmaakt. Natuurlijk niet. Maar in een maatschappij waarin iedereen elkaar voortdurend probeert af te troeven was hij inderdaad wel heel erg bijzonder.