Beste voormalige vriendin,
Bij het maken van een (al maanden zeer nodige) back-up van allerlei bestanden kwam ik een paar foto’s tegen van ons samen. Ik schrok er een beetje van ineens je gezicht te zien. En ik moest de neiging onderdrukken de foto’s niet alleen snel dicht te klikken, maar zelfs helemaal weg te gooien. Herinneringen zijn herinneringen, nietwaar. Ook achteraf pijnlijke herinneringen horen daarbij.
Je moet weten dat ik je inmiddels al jaren niet meer op heb gezocht. In mijn dagboeken, tussen mijn foto’s of op internet. En al die tijd heb ik ook geprobeerd me niet met je bezig te houden. Niet omdat je me niet interesseert, maar vooral omdat het heel veel pijn deed (en soms nog doet). De manier waarop je mij en mijn vriendschap ineens dumpte als een oud vod dat je niet meer wilt dragen.
Het is niet zo dat ik je los heb gelaten, want loslaten bestaat volgens mij helemaal niet. Het is ook niet zo dat ik alle dingen die je niet tegen me gezegd hebt waar je me wel voor uit je leven hebt gebannen een plekje heb gegeven (zelfs na al die tijd niet), want dat kan ik helemaal niet, aangezien ik absoluut niet weet wat ik gedaan heb waardoor jij zo’n enorme hekel aan mij hebt dat je me nooit meer wilt zien. Maar ik vergeef je wel. Sterker, ik vergeef je elke dag. De ene dag lukt dat beter dan de andere, maar ik doe het, met overtuiging. Zodat jij elke dag een beetje minder zichtbaar wordt in mijn leven, en zodat ik verder kan.
Ik las een tijdje geleden ergens in een artikel dat je bij rouwverwerking, niet zo zeer bij het overlijden van iemand maar bij, bijvoorbeeld, het verliezen van een vriendschap of het afsluiten van een periode die veel voor je heeft betekend, vooral de hoop op een beter verleden moet loslaten. Dat heb ik gedaan. Dingen die zijn gebeurd, kunnen niet meer veranderen.
Dus ik vergeef je. Voor alles wat je nooit tegen me zei maar wel tegen me gebruikte, voor alles wat je me niet liet weten maar me wel kwalijk nam, voor al die keren dat je me bedankte maar het niet meende, voor elke keer dat je me zwart maakte bij andere mensen, voor dat je me dood hebt gezwegen, voor elke keer dat je me op zo’n manier manipuleerde dat ik me als minder ging gedragen dan ik ben, voor alle boosheid en verdriet. Ik vergeef je, elke dag weer, tot de dag komt dat je zo ver weg bent dat vergeven niet meer nodig is.
Liefs,
Jacqueline