Er is een nummer van Oasis dat me altijd raakt in het diepst van mijn ziel, en niet op de meest positieve manier. Wat eigenlijk raar is, want ik hou van Oasis (als ik niet had gehouden van Oasis was ik dit nummer nooit tegen gekomen, want het is de B-kant van de single Cigarettes & Alcohol uit 1994). Afijn, gewoonlijk schreeuw ik alle nummers van Oasis uit volle borst mee, in concert, in de auto, thuis, waar dan ook. Maar met deze lukt dat niet. Als ik bij het refrein aankom, moet ik huilen. Letterlijk. Vanaf de eerste keer dat ik het liedje hoorde al.
De tekst van het refrein is:
Sailin’ down a river alone
I’ve been trying to find my way back home
But I don’t believe in magic
Life is automatic
But I don’t mind being on my own
No, I don’t mind being on my own
Dat het gaat om alleen zijn, dingen alleen doen en er in je eentje achter komen hoe je het leven moet aanpakken, dat doet me niet zo veel. Nee, het gaat om deze twee zinnen: “But I don’t believe in magic / Life is automatic”. Alleen van het lezen van die twee zinnetjes al krijg ik tranen in mijn ogen. “Maar ik geloof niet in magie / Het leven is automatisch”. Het maakt me zo verschrikkelijk verdrietig. Want het is zo oneindig leeg en troosteloos.
Aannemen dat het leven een automatisch iets is, iets dat zomaar plaatsvindt en totaal willekeurig plaatsvindt, voelt voor mij zo betekenisloos en armzalig dat ik er diep emotioneel door word geraakt. Ik kan het ook niet geloven, dat het leven een automatisch iets is dat zich volledig willekeurig en puur toevallig ontwikkelt.
Natuurlijk heb ik wel geprobeerd de puur wetenschappelijke, materiële benadering van het bestaan te volgen en dat als de norm te beschouwen. Het lijkt ook logisch, want de wetenschap heeft niks beters, alles wat we niet kunnen zien, aanraken, ruiken of proeven bestaat niet en de materie is, bij gebrek aan bewijs dat er iets anders zou kunnen zijn, heilig.
Maar uiteindelijk loop ik hierin vast. Want het is een behoorlijk cynische kijk op het leven, nihilistisch en fatalistisch bovendien. Dat beeld is heel erg van deze tijd, dat besef ik ook. We leven in een tijd waarin mensen meer en meer gericht zijn op hun eigen individu en steeds minder op anderen. We verbinden ons steeds minder met elkaar, terwijl onze wereld steeds kleiner wordt en onze gezamenlijke uitdagingen (vervuiling, vergiftiging, oorlog, toenemende woestijnvorming en klimaatverandering) steeds groter.
Juist omdat onze uitdagingen zo groot en wereldwijd zijn, zouden we ons als mensheid samen moeten pakken om ze op te lossen. Maar de verwijdering tussen mensen en de toenemende individualisering zorgen ervoor dat dit een steeds moeilijkere opgave wordt. En dat dit een moeilijke opgave is die steeds moeilijker wordt, weet iedereen (bewust of onbewust) – met als gevolg individueel een steeds nihilistischere kijk op de wereld. “Er verandert toch niks”, “alles wat ik doe is nutteloos”, “life’s a bitch and then you die”.
Ik snap het allemaal, maar ik ben geen cynicus, geen nihilist en ook geen fatalist. Ik kan mijn leven niet leiden vanuit een gevoel van wantrouwen ten opzichte van andere mensen en ik kan niet onverschillig zijn voor de gevolgen van mijn eigen beslissingen en daden. Dus zelfs als mijn hele omgeving weigert afval te scheiden of de verwarming een graadje lager te zetten om het gasverbruik terug te dringen omwille van het klimaat, dan doe ik het tóch. En als de hele wereld een cynische houding aanneemt ten opzichte van de medemens, dan betekent dat niet dat ik dat ook doe. Zoals ik al zei, ik ben geen cynicus – en ik weiger er eentje te zijn of te worden.
Naïef? Tja. Vind dat maar.
En als heel veel mensen denken dat het leven automatisch is, en dat magie, in welke vorm dan ook, niet bestaat, dan betekent dat dus niet dat ik daarin meega. Sterker, het feit dat mijn hele wezen zo emotioneel reageert op die twee zinnetjes uit dat nummer van Oasis, “But I don’t believe in magic / Life is automatic”, dat ik die tekst niet mee kan zingen zonder dat de tranen over mijn wangen lopen, betekent dat het gewoon letterlijk 100% ingaat tegen wie ik ben en wat ik aanneem over ons bestaan. Ons bestaan is volgens mij helemaal niet willekeurig, per ongeluk en uiteindelijk troosteloos eenzaam. Ons bestaan is rijk, warm en belangrijk. En troostrijk bovendien.