Toen ik besloot een blog te typen over spiritualiteit merkte ik dat ik diep van binnen een enorme aversie heb tegen dat woord. Dat vond ik interessant, want ik wil tegen mezelf nog wel eens zeggen dat ik een spiritueel mens ben. Ik vroeg me af wat me stoort aan het woord zelf, en of ik eigenlijk zelf wel weet wat spiritualiteit is.
Aangezien ik erg hou van woorden haalde ik de Van Dale erbij, en daar staat:
spi·ri·tu·eel (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
1 de geest, het niet-stoffelijke betreffend
2 (van personen) openstaand voor alles wat met religie en metafysica te maken heeft
Over het algemeen blijkt ‘spiritualiteit’ een ongrijpbaar iets voor de meeste mensen – zie onder andere het feit dat het woord ‘zweverig’ nogal eens wordt gebruikt in dezelfde context. Wanneer het gaat over spiritualiteit, dan denken mensen meestal aan meditatie, mindfulness, yoga, helende kristallen en de aanname dat er “meer is tussen hemel en aarde”.
Zweverig en niet heel positief
Met die dingen heb ik overigens geen enkel probleem. Zelf heb ik ook her en der wat stenen en kristallen in mijn huis staan en ik wil ook nog wel eens een meditatief moment voor mezelf nemen. En in mijn coaching speelt spiritualiteit een grote rol, want spiritualiteit staat volgens mij vooral voor hoe je in het leven staat en je persoonlijke, innerlijke ervaring van dingen. Misschien vinden sommige mensen spiritualiteit een zweverig begrip omdat het tegen religie aanschurkt en daar kan ik me best wat bij voorstellen. Voor mij betekent spiritualiteit de geestelijke kant van het leven, in de betekenis van het vinden van jezelf en waar je echt voor warmloopt.
Nou ben ik daarin niet enig: in Nederland lopen duizenden coaches rond die hun werk doen vanuit dit principe. Het blijkt echter dat die coaches (en ikzelf dus ook, al zeg ik niet hardop dat ik coach vanuit spiritualiteit) niet altijd in een heel positief licht worden gezien. Sterker, er bestaat een behoorlijk negatief beeld van coaches en coachcollectieven die hun diensten proberen te verkopen met uitspraken als “word de beste versie van jezelf”, “vind je purpose” en “ga in je kracht staan”. Terwijl dit wel dingen zijn die ertoe doen. Vind ik zelf ook.
Maar wat heb ik zelf tegen spiritualiteit dan?
En toch blijk ook ik dus een aversie te hebben tegen het woord ‘spiritualiteit’ en mensen die zichzelf betitelen als spiritueel. Zoals gezegd merkte ik dat toen ik aan deze blog begon. Wat is er dan aan de hand? Ik ging met een schrijfblokje op de bank zitten en begon in het wilde weg te pennen. En ik kwam zowaar tot een conclusie. Die ik natuurlijk graag met je deel, want waar denk je dat ik dit stuk voor typ. 😊
Dingen die samenhangen met spiritualiteit, zoals yoga en meditatie, zouden uiteindelijk moeten leiden tot innerlijke groei. Maar wat ik vaak bemerk bij mensen die bezig zijn met hun eigen spirituele ontwikkeling, is dat ze denken de wijsheid in pacht te hebben en zich boven anderen verheven voelen. Dat is het tegenovergestelde van wat spirituele ontwikkeling zou moeten doen of zijn; het doel daarvan is juist je meer verbonden te voelen, je nederiger op te kunnen stellen en meer compassie op te brengen voor anderen door je meer in contact te brengen met het hier en nu.
Wat veel mensen die van zichzelf zeggen dat ze spiritueel ontwaakt zijn beweren is dat ze alleen maar leven vanuit liefde en positiviteit, en dat is natuurlijk geweldig; ik zou willen dat iedereen haar of zijn leven leidde met liefde als uitgangspunt. Maar raar genoeg vind je deze motto’s juist heel vaak terug in social media-profielen van mensen (coaches, trainers, healers) die vervolgens in hun berichten juist heel polariserend uit de hoek komen. Juist die mensen die propageren alleen maar te bestaan uit liefde en begrip blijken buitenproportioneel vaak neer te kijken op mensen die niet dezelfde mening hebben als zij.
“Ik ben beter dan jij!”
En misschien is het dat wel wat ik voel als ik het wil hebben over spiritualiteit maar merk dat ik dat woord bijna niet over mijn lippen krijg, helemaal niet als het over mezelf gaat. Dat onder een vernislaag met de titel ‘spiritualiteit’ vaak spiritueel narcisme schuilgaat. Mensen gebruiken hun spiritualiteit in veel gevallen juist niet om te doen waar spiritualiteit voor staat (verbinden met jezelf en anderen, het uitdragen van liefde en compassie), maar om aan anderen te laten zien hoe ver zij wel niet zijn gekomen in het leven.
Het is heel erg van deze tijd om te zeggen dat je je spiritueel ontwikkeld hebt, maar helaas ook om daarbij aan andere mensen te laten merken dat zij in vergelijking met jou nog een hele weg te gaan hebben. Mensen gaan allerlei cursussen en trainingen aan om zichzelf naar een spiritueel hoger plan te tillen, maar laten anderen vervolgens met alle liefde en compassie achter in het stof. Zelf maakt ik het ook mee dat een vriendin die met behulp van een aantal spirituele trainingen enorme sprongen maakte in haar persoonlijke ontwikkeling vond dat ze anderen in haar omgeving was ontgroeid. Die personen moesten wijken uit haar leven. Ik was er één van (en ik kan niet zeggen dat dat pijnloos was).
Misschien steekt die hele spiritualiteit bij sommige mensen me daarom wel zo. Dat veel mensen die zichzelf spiritueel ontwaakt voelen zich vervolgens ook beter voelen dan hun omgeving; dat blijkt dat ze zich misschien proberen spiritueel te ontwikkelen en daar ook voor een bepaald deel wel in slagen, maar vooral succesvol blijken te zijn in het met spirituele technieken versterken van hun egoïsme. Precies daarom noem ik mezelf juist niet ‘spiritueel’. Terwijl ik zo spiritueel ben als de pest. Ik weet alleen nog niet hoe ik dat moet zeggen zonder nuchtere mensen (waaronder ikzelf) tegen me in het harnas te jagen.